Merel De Ridder is gefascineerd door paarden. Ze wordt het nieuwe stalhulpje op manege 'De Paardenhoeve'. Haar vader Tijs, een klunzige uitvinder, mag niets weten van dit nieuwe baantje want paarden en manèges zijn verboden woorden ten huize De Ridder. Merel werkt hard en geniet van elke dag die ze met de paarden doorbrengt. Stallen uitmesten, de piste uitvegen, zadels poetsen en paarden voederen behoren tot haar dagelijkse bezigheden. Van stalknecht Jan krijgt Merel vlinders in de buik en de liefde tussen beiden bloeit langzaam op. Merel bouwt in het geheim een bijzondere band op met Amika, het dure sportpaard van Marie-Claire De La Fayette, de verwende dochter van de manege-eigenaar. Marie-Claire kreeg Amika van haar ouders voor haar vijftiende verjaardag. Iedereen doet heel geheimzinnig over Amika en niemand mag in de buurt van het paard komen. Jan merkt op dat Amika bijzonder rustig en gehoorzaam wordt als Merel er bij is. Samen redden ze Amika, nadat ze de in De Paardenhoeve georganiseerde wedstrijd wint met Amika. Merel houdt een dagboek bij waarin ze vertelt wat de voorbije dag gebeurde en wat ze van plan is de volgende dag te doen.